Pilot vroegsignalering in Belgische gemeente Genk
De Vlaamse gemeente Genk start een pilot met de vroegsignaleringssoftware van xxllnc. Met dit project zet Genk een belangrijke stap richting een effectievere en meer geïntegreerde aanpak van schuldenproblematiek. “xxllnc en het Nederlandse model hebben ons geïnspireerd.”
De Nederlandse wetgeving verplicht gemeenten al langer om actief signalen van beginnende schulden op te volgen. Wanneer bijvoorbeeld een woningcorporatie een betalingsachterstand meldt, kan de gemeente hulp bieden aan de inwoner. Voorkomen is immers beter dan genezen.
Harde cijfers
Door de privacywetgeving is deze aanpak nog niet mogelijk in België, maar op federaal (Vlaams) niveau komt daar beweging in. Dat vertelt Joon Ravesloot, regisseur armoedebeleid en sociale uitsluiting bij de gemeente Genk. De stad in de Belgische provincie Limburg heeft armoedecijfers die behoren tot de hoogste in Vlaanderen.
Voorsorterend op wijzigende regelgeving is Joon begonnen aan een proefproject ter preventie van schuldenproblematiek. “xxllnc en het Nederlandse model hebben ons geïnspireerd,” vertelt hij. “Hoe in Nederland wordt gewerkt met Vroeg Eropaf, vroegdetectie en vroegsignalering vonden wij heel interessant. Op basis van harde cijfers en harde financiën – dus het niet-betalen van facturen en het opstapelen van niet-betalingen bij verschillende signaalpartners – kun je inwoners eerder benaderen met hulp.”
Software aangepast aan Belgische situatie
Ook Joris Jans zit bij het gesprek. Hij is de energie-expert van de gemeente die bij inwoners aanbelt als ze in de schulden dreigen te raken. Net als Joon benadrukt hij het belang van preventie. “Vanuit de wetenschap weten we dat hoe meer we focussen op het preventief werken, hoe sneller we mensen kunnen helpen en hoe minder het de samenleving kost. Achteraf proberen om mensen te helpen is een veel langere weg om te gaan en het kost de maatschappij een pak geld.”
Om de software van xxllnc geschikt te maken voor de Belgische markt, moesten we een aantal aanpassingen doen. Zo hebben Belgische adressen een andere structuur dan in Nederland (er zijn geen unieke postcodes) en mobiele nummers beginnen met 0400. De wijzigingen zijn inmiddels doorgevoerd en Joon en zijn collega’s gaan de komende maanden testen of alles goed werkt. De lakmoesproef zal zijn of het matchen van personen vanuit verschillende datastromen (zoals energieleveranciers en woningcorporaties) goed werkt. Het knelpunt: vanwege de privacywetgeving mag de gemeente niet het rijksregistratienummer (Belgisch equivalent van ons BSN) gebruiken.
De pilot in Genk is een mogelijke opmaat naar bredere toepassing van vroegsignaleringssoftware in Vlaanderen. De kartrekkers van het project zijn in ieder geval optimistisch. Joris: “In heel veel gemeentes in Nederland heeft xxllnc bewezen dat het werkt. Dat geeft ons zekerheid.”